U bent hier:   Welzijnsvelden > Gezondheidsbescherming > EHBO
Inloggen
  Zoeken

Eerste Hulp Bij Ongevallen

Minimaliseren

Situering

Minimaliseren
Binnen het welzijnsbeleid is bescherming van de gezondheid één van zeven welzijnsvelden. De school als werkgever is verplicht om hier een beleid rond te voeren.
Het is belangrijk er rekening mee te houden dat een goede organisatie van de eerste hulp op school ertoe bijdraagt de negatieve gevolgen van ongevallen in belangrijke mate te verminderen en dat eerste hulp niet alleen nodig is bij ongevallen maar ook aan de orde komt wanneer leerlingen en studenten, personeelsleden en derden ziekteverschijnselen vertonen of zich onwel voelen.
Ieder schoolbestuur is verplicht jaarlijks een actie te voeren ter bevordering van de veiligheid en gezondheid (welzijn). Uitwerking en uitvoering van een actieplan dienen volgens een risicoanalyse te geschieden.

Doelstelling

Minimaliseren
Het verstrekken van eerste hulp bij schoolse activiteiten dusdanig organiseren dat de toestand van slachtoffers van een ongeval en zieken niet verergert in afwachting van de tussenkomst van professionele hulpverleners.

Wat zeg de wet?

Minimaliseren
1 Inleiding
 
Op 1 januari 2011 trad het KB Eerste hulpverlening(1) in voege, waardoor de sterk verouderde bepalingen van het ARAB(2) inzake eerste hulp en dringende verzorging opgeheven en vervangen werden.
De belangrijkste wijziging bestaat er in dat de verplichtingen van het schoolbestuur niet langer strak
vastgelegd zijn, maar dat een kader aangegeven wordt waarbinnen het schoolbestuur zelf vastlegt hoe in zijn scholen een optimale eerstehulpverlening tot stand komt. Hoe een dergelijk beleid concreet ingevuld kanworden, zal door de FOD WASO(3) in een gedetailleerde brochure toegelicht worden.
 
Kort samengevat komen de wijzigingen hierop neer:
 
• Een aantal begrippen (eerste hulp, hulpverlener, verzorgingslokaal) zijn nauwkeuriger omschreven.
• Het begrip dringende zorgen is uit het KB geweerd, aangezien deze enkel nog door gespecialiseerde
verpleegkundigen verleend kunnen worden en onder de FOD Volksgezondheid ressorteren.
• De bepalingen gelden niet alleen voor personeelsleden, maar ook voor derden – op school zijn dat
leerlingen, bezoekers, klanten, leveranciers, begeleiders, inspecteurs, aannemers…
• De noodzakelijke middelen zijn niet langer wettelijk bepaald, maar worden door het schoolbestuur
vastgelegd op basis van het aantal personeelsleden, de karakteristieken van de school (aard van
de activiteiten, aanwezige risico’s) en de resultaten van de risicoanalyse.
• Hetzelfde geldt voor het aantal hulpverlene rs en hun kwalificatie.
• De inhoud en de plaats van de verbanddoos is niet langer wettelijk vastgelegd.
• De inhoud van de basisvorming wordt voortaan in termen van doelstellingen uitgedrukt.
• De organisatoren van de basisvorming dienen niet langer erkend te worden, maar dienen een aantal criteria na te leven, en zullen opgenomen worden in een lijst van organismen die zulke vorming verstrekken.
 
Hierbij lichten we de bepalingen van het KB Eerste hulpverlening ook toe(4).
 
 
2 Enkele begripsomschrijvingen
 
2.1 Eerste hulp
 
Eerste hulp omvat de handelingen die noodzakelijk zijn om de gevolgen te beperken van een ongeval,
of van een traumatische of een niet-traumatische aandoening, en om er voor te zorgen dat de letsels
niet erger worden in afwachting van – indien nodig – gespecialiseerde hulp. Het is dus de bedoeling een slachtoffer van een ongeval of een persoon die onwel geworden is, te behoeden voor een gevaarlijke situatie. Dit gebeurt aan de hand van aangepaste middelen die kunnen bestaan uit onmiddellijke en voorlopige zorgen.
 
2.2 Hulpverlener - BedrijfsGeneeskundigeHulp
 
Een hulpverlener(5) is een personeelslid van het schoolbestuur dat belast is met het verstrekken van
eerste hulp en dat daartoe de eenmalige basisvorming en de jaarlijkse bijscholingen volgt.
Indien bepaalde activiteiten op school specifieke risico’s inhouden (bijvoorbeeld chemische of biologische agentia), dan moet de hulpverlener naast zijn basisvorming een specifieke vorming volgen inzake die risicoactiviteiten.
De hulpverlener is niet de enige persoon die op school eerste hulp kan verlenen. Het schoolbestuur kan een verpleegkundige aanstellen of een gewoon personeelslid aanduiden (zie verder, punt 4.3).
 
2.3 Verzorgingslokaal
 
Het verzorgingslokaal wordt enkel gebruikt om er materiaal voor eerste hulp in op te slaan en om er
slachtoffers van een ongeval of personen die onwel geworden zijn, op te vangen met het doel hen eerste hulp te verstrekken.
 
3 Verplichtingen van het schoolbestuur
 
Het schoolbestuur moet de nodige maatregelen treffen om in voorkomend geval:
 
• personeelsleden en andere personen(6) op school die slachtoffer zijn van een ongeval of onwel geworden zijn, de eerste hulp te verstrekken;
• slachtoffers te (laten) vervoeren, ofwel naar het verzorgingslokaal, ofwel naar hun woning, ofwel
naar een verzorgingsinstelling – voor zover de slachtoffers vervoerd kunnen worden;
• de nodige contacten te leggen met verzorgingsinstellingen en met diensten die in medische noodhulp en reddingswerkzaamheden gespecialiseerd zijn, opdat slachtoffers zo snel mogelijk de gepaste hulp zouden krijgen.
 
4 Welke zijn de te nemen maatregelen?
 
Om deze verplichtingen na te komen, moet het schoolbestuur maatregelen nemen wat betreft:
 
• de noodzakelijke procedures,
• de noodzakelijke uitrusting,
• de noodzakelijke organisatie,
• de noodzakelijke vorming.
 
Daartoe werkt het schoolbestuur samen met zijn interne dienst(7) en met de arbeidsgeneesheer(8) die
toezicht houdt op de organisatie van de eerste hulp. Ook wint het schoolbestuur het advies in van zijn
CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk).
De maatregelen moeten afgestemd zijn op de aard van de activiteiten binnen de school, op het aantal
personeelsleden en de risico’s waaraan zij blootgesteld kunnen worden, en op de resultaten van de
risicoanalyse.
Bovendien moeten de maatregelen geregeld geëvalueerd worden en zo nodig aangepast, rekening
houdend met incidenten en ongevallen die zich hebben voorgedaan, en met de technologische evolutie binnen de school en inzake eerstehulpverleningstechnieken.
 
4.1 Noodzakelijke procedures
 
In overeenstemming met het KB Beleid(9) stelt het schoolbestuur een intern noodplan op indien dit noodzakelijk
blijkt uit de risicoanalyse. Dit noodplan is gesteund op procedures die aangepast zijn aan gevaarlijke
situaties en mogelijke ongevallen of incidenten, maar ook aan gevallen van geweld van externe
oorsprong.
 
De bedoelde procedures hebben betrekking op:
• informatie en instructies voor de personeelsleden betreffende de maatregelen in geval van nood,
• het alarm- en communicatiesysteem,
• veiligheidsoefeningen,
• de handelingen te stellen bij evacuatie en eerste hulp,
• de middelen voor de eerste verzorging.
 
De procedures moeten ertoe strekken dat slachtoffers van een ongeval of personen die onwel worden, zo snel mogelijk gepaste hulp krijgen. De wijze van informeren van de werknemers over de organisatie van de eerste hulp is dus van belang, maar ook het interne communicatiesysteem om zo snel mogelijk de personen belast met het toedienen van de eerste hulp te bereiken en de externe communicatie met de gespecialiseerde diensten. Dat houdt onder meer in dat de school de belangrijkste telefoonnummers en adressen van gespecialiseerde hulpdiensten in alle omstandigheden onmiddellijk beschikbaar moet hebben.
 
4.2 Noodzakelijke uitrusting
 
Het schoolbestuur bepaalt welke middelen noodzakelijk zijn voor de organisatie van de eerste hulp, met name het basismateriaal, de verbanddoos en het verzorgingslokaal.
 
4.2.1 Basismateriaal en verbanddoos
 
De inhoud van de verbanddoos is niet wettelijk vastgelegd. Het schoolbestuur bepaalt zelf, na advies
van de arbeidsgeneesheer en het CPBW, welk basismateriaal vereist is, wat de inhoud van de verbanddoos is, en waar dit materiaal bewaard wordt. Ook de mate waarin aanvullingen van het materiaal nood- zakelijk zijn, wordt door het schoolbestuur bepaald. Het schoolbestuur verifieert regelmatig of het materiaal en de verbanddoos zich nog steeds op de daartoe bestemde plaats bevinden.
De aangekondigde brochure van de FOD WASO zal een indicatieve lijst bevatten van de inhoud van de verbanddoos.
 
4.2.2 Verzorgingslokaal
 
Een schoolbestuur dat tot groep D(10) behoort, dit wil zeggen in al zijn scholen en vestigingsplaatsen
samen minder dan 20 voltijds equivalente werknemers (vte) tewerkstelt(11), is NIET verplicht een verzorgingslokaal in te richten.
Alle andere schoolbesturen behoren tot groep A, B of C(12) en zijn wel verplicht een verzorgingslokaal in te richten, tenzij uit de risicoanalyse zou blijken dat dit niet noodzakelijk zou zijn. Het valt evenwel niet hard te maken dat in een school waar leerlingen spelen en lessen lichamelijke opvoeding krijgen, geen verzorgingslokaal nodig zou zijn. Dit geldt a fortiori voor scholen waar leerlingen lessen PV, KV of BGV krijgen.
Een schoolbestuur waarvan de vestigingsplaatsen geografisch verspreid liggen, dient een verzorgingslokaal in te richten in elke vestigingsplaats waar minstens 20 vte’s werken, tenzij uit de risicoanalyse zou blijken dat dit niet noodzakelijk zou zijn.
Over de inrichting van het verzorgingslokaal moeten de arbeidsgeneesheer en het CPBW advies uitbrengen.
 
De eerder genoemde brochure zal adviezen bevatten met betrekking tot de inrichting van het
lokaal. Wettelijk is voorgeschreven dat het verzorgingslokaal het materiaal, het meubilair en alle andere vereiste middelen bevat. Het dient voldoende ruim bemeten te zijn, alle waarborgen te bieden inzake veiligheid en hygiëne, en voorzien te zijn van zowel koud als warm stromend water. Het wordt verlucht, verlicht en verwarmd in functie van zijn bestemming. De toegangswegen tot dit lokaal worden vrijgehouden en laten de doorgang van een draagbaar toe. De plaats van het lokaal wordt aangeduid door een bord, overeenkomstig de bepalingen inzake de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk(13).
In overeenstemming met vroegere bepalingen van het ARAB(14) dient het schoolbestuur een onopvallende, goed verluchte, goed verlichte, propere en behoorlijk verwarmde plaats ter beschikking te stellen van vrouwelijke personeelsleden tijdens hun zwangerschap of lactatie. Het verzorgingslokaal kan daar voortaan voor gebruikt worden, na advies van de arbeidsgeneesheer.
 
4.2.3 Arbeidsreglement
 
Het arbeidsreglement dient nog steeds te vermelden waar de persoon te bereiken is die de eerste hulp verleent en waar de verbanddoos zich bevindt(15).
 
4.3 Noodzakelijke organisatie
4.3.1 Personeelsleden met de hulpverlening belasten
 
Het aantal personen die met de hulpverlening belast worden, en hun kwalificatie zijn niet langer star
voorgeschreven. Het KB Eerste hulp legt enkel een kader op waarbinnen het schoolbestuur de hulpverlening organiseert.
Indien het schoolbestuur tot groep D(16) behoort, mag het schoolbestuur zelf instaan voor de hulpverlening.
Het schoolbestuur mag ook één of meer personeelsleden aanduiden die voor het toedienen van
eerste hulp zullen instaan en die daartoe opgeleid zijn. Deze aangeduide personen hoeven echter niet
de basisvorming en de bijscholingen voor hulpverlener te hebben gevolgd.
Indien het schoolbestuur tot groep A, B of C behoort, voorziet het schoolbestuur in een voldoende aantal personen met één van de volgende kwalificaties:
• hulpverleners die een eenmalige basisvorming en jaarlijkse bijscholingen volgen (zie punt 4.4.1);
• hulpverleners die – naast de basisvorming en de bijscholingen – kennis en vaardigheden verwerven
over specifieke risico’s die aanwezig zijn op school (zie punt 4.4.2);
• verpleegkundigen;
• andere aangeduide personen.
 
Om te bepalen hoeveel personen met de hulpverlening belast worden, en welke kwalificatie zij moeten
hebben, houdt het schoolbestuur rekening met drie factoren: het totaal aantal personeelsleden, de karakteristieken van de school (aard van de activiteiten, aanwezige risico’s) en de resultaten van de risicoanalyse.
Het schoolbestuur wint hierover het advies in van de arbeidsgeneesheer en van het CPBW.
Het schoolbestuur moet er alleszins over waken dat tijdens de volledige duur van de arbeid hulp verleend kan worden, dus bijvoorbeeld ook tijdens de avondlessen van een CVO (Centrum voor Volwassenenonderwijs).
 
Wat aansprakelijkheid betreft, kan er op gewezen worden dat de personen die aangesteld zijn voor de hulpverlening, hun activiteiten uitoefenen in hun hoedanigheid van werknemers van het schoolbestuur.
Als dusdanig is het schoolbestuur burgerlijk aansprakelijk voor de daden die zij stellen in de uitoefening van die opdracht(17). Enkel indien zij daarbij een opzettelijke fout of een zware fout begaan, of indien een lichte fout bij hen herhaaldelijk voorkomt, kunnen zij daar zelf voor aansprakelijk gesteld worden(18).
 
4.3.2 Een register bijhouden
 
Het schoolbestuur houdt een register bij van alle interventies in het kader van de eerste hulp. Dit register bevat minimaal de naam van het slachtoffer, de naam van de persoon die de eerste hulp heeft toegediend, datum en tijdstip van de interventie en de aard van de interventie (oorzaken en aard van de kwetsuren, type en middelen van de eerste hulp, follow-up na de eerste hulp, …).
Dit register moet niet gezien worden als een administratieve plagerij, maar als een belangrijk instrument voor een dynamisch preventiebeleid. Aan de hand van dit register kan het schoolbestuur immers gelijkaardige ongevallen in de toekomst voorkomen, de organisatie van de eerste hulp op school evalueren en zo nodig bijsturen, of de bijscholing beter afstemmen op de behoeften. Ten slotte kan een nauwkeurig bijgehouden register tevens een belangrijke rol spelen indien het schoolbestuur beticht zou worden van het slecht, laattijdig of in het geheel niet toedienen van eerste hulp.
 
In overeenstemming met de bepalingen van de privacywet(19) mogen de persoonsgegevens in dit register
niet langer bewaard worden dan nodig voor het verwezenlijken van deze doeleinden. Uiterlijk na de verwerking
van deze persoonsgegevens in het eerstvolgende jaaractieplan (JAP) dienen ze derhalve ofwel
vernietigd te worden, ofwel bewaard te worden in geanonimiseerde vorm.
 
 
4.3.3 De bevoegdheid van de arbeidsinspectie (TWW)
De Algemene Directie Toezicht op het Werk (doorgaans de arbeidsinspectie genoemd) is bevoegd om
het schoolbestuur een andere indeling van het personeel belast met het toedienen van de eerste hulp
op te leggen, of om een andere inhoud of andere aanvullingen van de verbanddoos op te leggen, of om
het inrichten van een verzorgingslokaal op te leggen indien dat er niet is en de arbeidsinspectie dit wel
nodig acht.
 
4.4 Noodzakelijke vorming
4.4.1 Eenmalige basisvorming en jaarlijkse bijscholingen
 
Elk personeelslid dat door het schoolbestuur als hulpverlener aangesteld wordt, dient een eenmalige
basisvorming en jaarlijkse bijscholingen te volgen. De bedoeling is de hulpverlener in staat te stellen eenlevensbedreigende medische toestand van personen te herkennen en de principes van eerste hulp toe te passen in afwachting van de tussenkomst van gespecialiseerde diensten.
Daartoe moet het personeelslid een aantal doelstellingen verwerven die als bijlage bij het KB Eerste
hulp opgesomd worden. Op het einde van de basisvorming of de bijscholing ontvangen de cursisten een getuigschrift op basis van de permanente evaluatie van hun vaardigheden. Er wordt dus geen test of examen afgenomen.
Van personeelsleden die in het verleden reeds bij een erkende instelling met vrucht de vorming en jaarlijkse bijscholing volgden – in overeenstemming met de opgeheven bepalingen van het ARAB(20) – mag het schoolbestuur veronderstellen dat ze de beoogde kennis en vaardigheden bezitten. Deze personeelsleden hoeven dus geen basisvorming meer te krijgen, maar moeten uiteraard wel de verplichtingen inzake de jaarlijkse bijscholing naleven.
In theorie kan het schoolbestuur afwijken van de verplichting tot jaarlijkse bijscholing. Het schoolbestuur moet dan aantonen, op basis van de risicoanalyse en de adviezen van de arbeidsgeneesheer en het CPBW, dat een grotere spreiding van de bijscholing in de tijd geen afbreuk doet aan de kennis en de vaardigheden van de hulpverleners. Als de hulpverleners bijvoorbeeld regelmatig hulp moeten verlenen en hun kennis moeten toepassen, is een jaarlijkse herhaling van deze kennis niet nodig. In de praktijk op school is dit echter doorgaans niet het geval.
De instellingen die de basisvorming en de bijscholingen inrichten, moeten niet langer erkend worden.
Het volstaat dat ze een aantal criteria naleven inzake de kwaliteit en de organisatie van de opleiding. De opleiding moet minstens 15 lesuren (van 60 minuten) omvatten, als volgt verdeeld:
• (3 lesuren) basisprincipes (rol van de hulpverlener, basishygiëne, juiste analyse van de situatie,
zorgen voorafgaand aan de evacuatie en procedure);
• (6 lesuren) ondersteuning van de vitale functies (acties in geval van bewusteloosheid, ademhalingsproblemen
en cardiovasculaire problemen);
• (6 lesuren) eerste hulp in geval van andere aandoeningen (bijvoorbeeld vergiftiging, bloedingen,
verwondingen, brandwonden).
 
De jaarlijkse bijscholingen moeten minimaal 4 lesuren omvatten. Het aantal cursisten mag niet meer dan
15 per lesgever bedragen.
De lijst van de instellingen die verklaren aan alle criteria te voldoen, wordt op de website(21) van de
FOD WASO gepubliceerd.
De huidige erkenningen(22) van instellingen vervallen van rechtswege uiterlijk op 1 juli 2011.
 
4.4.2 Specifieke vorming
Indien de activiteiten van het schoolbestuur specifieke risico’s met zich meebrengen voor de personeelsleden, volstaan de basisvorming en de bijscholingen niet. De hulpverlener moet dan opgeleid zijn voor de specifieke risico’s die inherent zijn aan die activiteit. Een typisch voorbeeld zijn de risico’s verbonden aan het werken met bepaalde chemische stoffen of biologische agentia. In voorkomend geval moet de hulpverlener weten wat hem te doen staat om in afwachting van gespecialiseerde hulp de gevolgen van een ongeval te beperken.
Cursussen om dergelijke specifieke vorming te verwerven worden georganiseerd door instellingen, sectoren, beroepsorganisaties of werkgevers waarvan algemeen aanvaard wordt dat ze voldoende vertrouwd zijn met de risico’s inherent aan de specifieke activiteiten, en dat ze bevoegd zijn om eerste hulp te verstrekken.
 
 
Bijlage
M-VVKSO-2011-017-B01: Modelformulier voor de registratie van interventies in het kader van eerste
Hulp
 
 Voetnoten
1) Koninklijk besluit van 15 december 2010 betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan werknemers die
slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden, Belgisch Staatsblad, 28 december 2010, hierna KB Eerste
Hulp genoemd.
2) Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), art.174 – 183ter.
3) Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
4) Uitgebreide toelichting vindt u ook op http://www.werk.belgie.be/default.aspx?id=563 (FOD WASO).
5) Vroeger ook wel nijverheidshelper genoemd.
6) Met name leerlingen, bezoekers, klanten, leveranciers, inspecteurs, pedagogisch begeleiders, aannemers en hun
werklieden…
7) Zo nodig met de externe dienst, naar gelang van de grootte van het schoolbestuur en de taakverdeling tussen de
interne en de externe dienst, zoals vastgelegd in het identificatiedocument.
8) Meer bepaald de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de externe dienst.
9) Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering
van het werk, Belgisch Staatsblad, 31 maart 1998, art. 22 tot 25.
10) Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk,
Belgisch Staatsblad, 31 maart 1998, art. 3.
11) Zowel gesubsidieerde als niet-gesubsidieerde personeelsleden moeten meegerekend worden. Een personeelslid
met een opdrachtbreuk groter dan of gelijk aan 75 % wordt als 1 vte aangerekend, een personeelslid met een opdrachtbreuk
kleiner dan 75 % als 0,5 vte. Voor personeelsleden in een verlofstelsel moeten zowel de titularis als
de vervanger(s) meegerekend worden. Ook leerlingen PV, KV en BGV moeten in principe meegerekend worden,
maar in dit concrete geval kunt u dat achterwege laten.
12) idem.
13) Koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk, Belgisch
Staatsblad, 19 september 1997.
14) ARAB, art. 88, laatste lid.
15) Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, Belgisch Staatsblad, 5 mei 1965, art. 6, § 1, 8° en
9°.
16) Minder dan 20 voltijds equivalente werknemers in alle scholen en vestigingsplaatsen van het schoolbestuur samen,
zie punt 4.2.2.
17) Burgerlijk Wetboek, art. 1384.
18) Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd
onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, Belgisch Staatsblad, 25 mei 1991, art. 17bis.
Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Belgisch Staatsblad, 22 augustus 1978, art. 18.
19) Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van
persoonsgegevens, art. 4, 5°.
www.privacycommission.be/nl/static/pdf/wetgeving/wet_persoonlijke_levenssfeer_.pdf
20) Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), art.174 – 183te
21) Zie http://www.werk.belgie.be/erkenningenDefault.aspx?id=33290.
22) Zie http://www.werk.belgie.be/erkenningenDefault.aspx?id=5038.
 

Documenten

Minimaliseren
 TitelCategorieGewijzigd OpGrootte 
register toegediende medicatie 19/11/201243,50 KBDownloaden
Registratie EHBO-handelingenEHBO22/02/2012535,00 KBDownloaden
Registratie en controlelijst EHBO-middelenEHBO22/02/2012555,00 KBDownloaden
PowerPoint: Medicatiebeleid op school 13/03/2013OnbekendDownloaden
PowerPoint: Nieuwe wetgeving EHBO 13/03/2013OnbekendDownloaden
presentatie KB EHBO 2011EHBO22/02/20121,21 MBDownloaden
verantwoordelijke aanvulling EHBOEHBO22/02/2012531,50 KBDownloaden
VormingEHBO22/02/2012534,00 KBDownloaden
ziekenkamerEHBO22/02/2012568,50 KBDownloaden
toestemmingsformulier medicatie 1 19/11/201248,00 KBDownloaden
toestemmingsformulier medicatie 2 19/11/201244,50 KBDownloaden
Transport naar ziekenhuisEHBO22/02/2012537,50 KBDownloaden
NoodproceduresEHBO22/02/2012544,00 KBDownloaden
Aanvullingen verbandkofferEHBO22/02/2012544,00 KBDownloaden
basismateriaal en verbanddoosEHBO22/02/2012552,00 KBDownloaden
Controlelijst EHBO-middelenEHBO22/02/2012549,50 KBDownloaden
aanvraagformulier medicatie 19/11/201244,00 KBDownloaden
Aanvullingen EHBO-kofferEHBO22/02/2012532,50 KBDownloaden
Aanvullingen per risicoplaatsEHBO22/02/2012537,00 KBDownloaden
Instructies EHBO-boekjeEHBO22/02/2012596,50 KBDownloaden
koffersEHBO22/02/2012532,50 KBDownloaden
Medicatielijst (in te vullen door schoolarts)EHBO22/02/2012549,50 KBDownloaden
EHBO-lokaalEHBO22/02/20121,21 MBDownloaden
Formulier medische gegevensEHBO22/02/2012538,50 KBDownloaden
Hulptas daguitstappen en meerdaagse reizenEHBO22/02/2012534,00 KBDownloaden

Interessante links

Minimaliseren
  • EHBO op school - website departement onderwijs

Designed by Egenics